Professor von Troschke over het schrijven en lezen van autobiografische teksten

In 1998 werd in het Zuid-Duitse Emmendingen het Deutsche Tagebucharchiv (DTA) opgericht. Initiatiefneemster was Frauke von Troschke. Zij is nog steeds de Vorsitzende van het Mitarbeiter-Team van het Archiv. Op de homepage van het DTA staat* een interessante bijdrage van  haar man, Professor Dr Jürgen von Troschke – emeritus hoogleraar medische sociologie en kunstcriticus – die handelt over het schrijven en lezen van autobiografische teksten. Het zijn behartenswaardige woorden.

Volgens Von Troschke kun je van de veronderstelling uitgaan dat schrijvers van autobiografische teksten ook narcisten zijn en dat bij de lezers ervan voyeuristische motieven een rol zullen spelen. Nu dient het etiket ‘narcist’ hier wel in een afgezwakte betekenis gelezen te worden. Het gaat beslist niet om een ziekelijke zelfingenomenheid. Veeleer speelt het plezier beleven aan zichzelf een belangrijke rol.  Wat het voyeuristische motief van de lezer aangaat, mag worden opgemerkt dat dagboeken of autobiografieën in het dagboekarchief niet stiekem worden gelezen, maar dat de manuscripten of typoscripten aan het archief zijn afgestaan in de wetenschap dat die documenten gelezen en eventueel bestudeerd kunnen worden. Volgens Von Troschke doen de lezers van dit materiaal er verstandig aan zich er voortdurend van bewust te zijn dat schrijvers van egodocumenten de werkelijkheid altijd geweld aandoen. In dagboeken en autobiografieën wordt altijd het nodige verzwegen, vervalst of veranderd.  Zijn dagboekschrijvers dan soms notoire leugenaars? Nee, ze kunnen simpelweg niet anders, omdat het altijd om schifting en ordenen van een gigantische hoeveelheid indrukken gaat.  Het leven verloopt zelden rechtlijnig, het vertakt zich onophoudelijk. Onverwachte gebeurtenissen kunnen emoties losmaken die op hun beurt weer herinneringen oproepen die dan weer tot actie kunnen aanzetten. Een gewone dag kan al heel complex zijn, om nog maar te zwijgen van een heel leven.  Von Troschke heeft het bij het rechte eind, lijkt me, als hij stelt dat het in egodocumenten altijd om constructies gaat.  Iedere man of vrouw die een schets van het eigen leven wil geven, wordt geconfronteerd met een verwarrende hoeveelheid levensfragmenten die in een overtuigend geheel gepast moeten worden: ‘Sie sind wie die Bilder, die wir von uns im Spiegel sehen und nur selten ohne Korrekturen zu ertragen in der Lage sind.’ En zo wordt dan, volgens Von Troschke, de lezer tot een detective die probeert naar een  verborgen dimensie achter de tekst te speuren, al te gladde uitspraken te ontcijferen en de persoon en haar interesses achter het gepresenteerde op het spoor te komen.  Detective is overigens een ietwat misleidend woord. Het is de lezer er immers niet om te doen iemand in  staat van beschuldiging te stellen, maar om de schrijvers zonder vooringenomenheid op hun weg te volgen. En misschien moet er toch wel iets van een voyeur in je zitten.

 Jan Bijlsma (lid lezersgroep Nederlands Dagboekarchief)

*Update dec. 2015: het artikel van Jürgen von Troschke is intussen niet meer op de website van het Duitse dagboekarchief te vinden.

COLLECTIE NEDERLANDS DAGBOEKARCHIEF

RECENTE BERICHTEN

STEUN HET NDA

Word vriend(in) van het NDA!
Meld u aan als vriend(in)