Zaterdag 15 nov. Vanavond belde een mej. S. op. Ik herinnerde mij haar helemaal niet, doch zij verzekerde mij, dat ze me goed gekend had in de tijd, dat ze nog onderwijzeres aan de L-school was. En waarom ze me opbelde? Toen ze een paar jaar geleden gepensioneerd was, had ze een 1e étage gekocht aan de E-laan en was ze daar gaan wonen. Later was er in het benedenhuis een café gekomen, wat ze erg vervelend vond, te meer daar zij geheelonthoudster was. Kort geleden was ze een paar weken weg geweest en bij haar terugkomst zag ze, dat de caféhouder drankreclame had aangebracht tussen haar ramen, dus op het stuk muur dat haar eigendom was. En of ik nu kon zeggen, wat ze moest doen. Ik heb haar aangeraden om haar benedenbuurman schriftelijk mee te delen, dat hij die dingen vóór een bepaalde datum moest verwijderen, en als hij daaraan geen gevolg gaf, naar een advocaat of de politie te gaan.
(Uit het dagboek van een 82-jarige gepensioneerde dominee in Den Haag, 15 nov. 1975. Collectie NDA.)