Afscheidskus met snor (dagboekfragment, 10 april 1958)

10 april 1958

Zaterdag (heet) naar E. geweest, met veel moeite een bootje gekregen en ook gezwommen, geen vis. Enig.
Zondag wat rond gehangen en jobs gedaan, ’s avonds met hele familie weer ge-dominood.
Maandag middag rondgereden, ’t was te druk eigenlijk op de weg. ’s Avonds gingen Kiek en ik bij O. melk halen. Er was niemand dus wij wachtten wat en liepen wat rond. Toen hebben we naar het kalfje gekeken en toen besloten we naar huis te gaan om, volgens het plan, te gaan vissen. We stoeiden wat en Kiek deed een wind, ik holde de drive, heuvel, af als een op hol geslagen koe – moe – moe – toen klapte ik door mijn rechter enkel. Ik viel op de grond en schreeuwde en huilde van de pijn. Kiek moet wel geschrokken zijn. Eindelijk stond ik op en begon (in het donker) naar huis te strompelen.
Langs de drive reed opeens de auto van Ronald W. met naast hem dhr. O. die stopte. W. reed mij naar huis en droeg mij naar binnen. Toen rook ik dat hij gedronken had! Hij stopte mijn enkel in kokend en dan in vriezend water en later verbond hij het en alles. Hij bleef maar en wij hadden in de gaten dat hij dronken was. Hij praatte vreselijk veel.
Eindelijk kreeg Pappie hem met een smoesje weg. Hij gaf mij een afscheidskus met zijn snor. VRESELIJK.

Uit: Dagboek van een Ned. tienermeisje. Gezin is geëmigreerd naar Australië. Collectie NDA.

COLLECTIE NEDERLANDS DAGBOEKARCHIEF

RECENTE BERICHTEN

STEUN HET NDA

Word vriend(in) van het NDA!
Meld u aan als vriend(in)