Symbolen, codes en geheimschrift in dagboeken

“Symbolen, geheimschrift en codes in dagboeken zijn een manier om gevoelige, intieme informatie te verhullen. Dit soort persoonlijk taalgebruik is een belangrijk kenmerk van dagboeken, hoe verschillend ook in tijd en ruimte, maar het is tot dusver nauwelijks bestudeerd.”

Bovenstaand citaat is afkomstig uit de samenvatting van Tiny Symbols tell Big Stories: Naming and Concealing Masturbation in Diaries (1650–1940) door historica dr. Leonieke Vermeer. In dit boeiende artikel schrijft ze over symbolen die naar masturbatie verwijzen in dagboeken van het midden van de zeventiende tot de eerste helft van de twintigste eeuw.

In de westerse wereld werd vanaf het begin van de achttiende eeuw door medici en pedagogen een sterke antipropaganda gevoerd mbt masturbatie. Men beschreef masturbatie als een levensbedreigende gewoonte die tot allerlei geestelijke en lichamelijke afwijkingen met zeer waarschijnlijk een fatale afloop zou leiden. Dagboeken laten soms zien hoe mensen door die opvatting werden beïnvloed en erop reageerden. Doorgaans werd er echter niet onverbloemd over masturbatie geschreven; de dagboekauteurs gebruikten symbooltjes of geheimtaal als strategie om iets over hun “geheime zonde” te vertellen.
Leonieke Vermeer onderzocht voor dit artikel onder meer de dagboeken van Alexander van Goltstein, Anne Lister, F.A. Hartsen, Lodewijk van Deijssel, Leo Polak en Samuel Pepys.

Het artikel “Tiny Symbols tell Big Stories” is gepubliceerd in het European Journal of Life Writing, vol. 6 (2017). Het is hier (klik) te lezen/downloaden.

COLLECTIE NEDERLANDS DAGBOEKARCHIEF

RECENTE BERICHTEN

STEUN HET NDA

Word vriend(in) van het NDA!
Meld u aan als vriend(in)